Natuurlijk Dierenarts Irene

Lasertherapie is een moderne behandelmethode die de laatste tijd steeds meer wordt toegepast bij uiteenlopende problemen. Lasertherapie is een techniek die met behulp van specifieke golflengtes van licht op celniveau het zelfherstellende vermogen van de cellen stimuleert. Lasertherapie repareert beschadigingen op celniveau door onder andere de celstofwisseling, celvernieuwing en celactiviteit te stimuleren. Het wordt gebruikt om pijn te verminderen, ontstekingen te remmen en wondgenezing te stimuleren.

Lasertherapie is pijnloos en wordt door nagenoeg alle dieren goed verdragen. Lasertherapie is een behandelwijze die ik vaker als enige therapie, maar regelmatig ook in combinatie met acupunctuur, osteopathie en chiropractie toepas.

In mijn praktijk maak ik vaak gebruik van verschillende lasers. Ik heb twee verschillende acupunctuurlasers waar ik de Traditionele Chinese acupunctuur mee uitoefen. Het voordeel van de laser is dat alle dieren dit goed verdragen, omdat het geen pijn doet. Ook katten en kippen accepteren de laser bijzonder goed. De laser is ideaal bij angstige dieren en bij dieren die bang zijn voor naalden of de dierenarts. Ook voor dieren die niet goed stil kunnen zitten is lasertherapie ideaal.

Naast acupunctuurlasers maak ik ook gebruik van een Physiolaser, met drie verschillende laserkoppen. Zodat ik voor elk probleem en elke blessure kan kiezen voor een verschillende laserkop. Deze lasers zijn ideaal voor dieren die osteopathie en chiropractie niet prettig vinden. Veel osteopathische en chiropractische problemen zijn vaak deels op te lossen met behulp van lasertherapie. Daarnaast maak ik vaak gebruik van deze laser bij dieren met ernstige rugproblemen en hernia’s waarbij elektro-acupunctuur niet mogelijk is, door bijvoorbeeld angst voor naalden of bij dieren met epilepsie.

Enkele veel voorkomende klachten waarbij lasertherapie bij dieren wordt toegepast zijn:

- Dieren die minder soepel gaan lopen, moeite krijgen met opstaan of niet graag (meer) willen bewegen.

- Problemen in botten, spieren en gewrichten, zoals rugklachten, artrose, heupproblemen of nek- en rughernia’s.

- Klachten zoals minder enthousiast, sneller vermoeid of niet lekker in hun vel zitten zonder duidelijke oorzaak.

- Pijnuitingen bij het optillen van het dier of vage kreupelheid.

- Niet meer willen springen, moeite met traplopen of rennen.

- Sporthonden of werkhonden die minder presteren.

- Gedragsproblemen of gedragsveranderingen, zoals angst of vreemd gedrag.

- Ter ondersteuning van chronische ziekten zoals hart-, lever- en nierproblemen.

- Onvoldoende herstel na ziekte of operatie.